Woensdag heb ik me weer laten vangen.
Er zijn drie mogelijke verdachten.
Ten eerste : een bezoek aan Gustave de broer van de man die de containers verscheept naar Togo. Hij haalde een fles wijn boven. De glazen deden me al wat aarzelen. Zoals steeds waren de glazen gespoeld (met water uit de put) en niet afgedroogd. Altijd gevaarlijk. De Duitse Rosé was trouwens warm, en dus niet echt te genieten.
Ten tweede : onderweg kwamen we een straatventer tegen met druiven. Ik was daar plots zó verlekkerd op. We hebben ze onmiddellijk opgegeten. Niet gewassen !
Ten derde : terwijl Pauline met Enyonam de grote markt aan het doen was, heb ik met Justin en Kossi een Maquis (bar) opgezocht. Het was ondertussen 17u en ik kreeg wat honger, te meer er een Koliko-kraam (Afrikaanse frieten) net naast onze tafel stond. Daar lustte ik ook wel een brochette bij. Achteraf gezien waren die misschien niet genoeg gebraden. Ze waren nog wat roze.
Een mogelijk vierde verdachte, maar dan slechts voor een deel van de feiten : ‘s avonds ben ik, thuis, in het donker, stomweg in een put gevallen van 1 x 1 x 1 meter.
’s Nachts werd ik wakker van mijn koude voeten. Die heb ik nooit, en zeker hier verwacht je het niet. Ik had 38,8°C. En mocht gelmatig naar van achter.
’s Anderendaags wilde ik een antibioticum gaan halen in Lomé. We hebben van alles mee : Motilium, Imodium, Enterol, Paracetamol. Maar een middel tegen koorts + diarree hebben we niet mee (bvb : Tarivid).
De autoreis is me slecht bevallen. Ik had wel Imodium genomen, dus aan die kant was alles onder controle. Maar éénmaal bij papa Tossou aangekomen, kwam de vulkaan plots tot leven. Dus vlug met een nieuw geneesmiddel terug naar huis. Daarvoor moeten we echter door de beruchte omleiding. Die maakte mijn interne vulkaan opnieuw actief. Helaas kon Kossi niet onmiddellijk halt houden, ondanks mijn zéér duidelijke rooksignalen. Nét te laat kon ik eindelijk het portier opengooien, zodat het grootste gedeelte van de lava toch nog buiten de wagen terecht kwam.
’s Nachts zeer veel koorts : 39,8°C. Ik herinner me niet dat ik ooit zoveel koorts heb gehad.
Vrijdag platte rust. Gelukkig was de koorts dan al weer gedaald tot 37,5°C. Anders moest ik een dokter opzoeken. Van platte rust was alleen het gedeelte plat van toepassing. Pauline had namelijk die vrijdag een tressage (haarinweving) voorzien. Dat betekende : Enyonam, nog een haarweefster, die haar moeder, een paar extra kinderen, naast Roete, een (nieuwe) nicht Brigitte met haar zoon en monsieur Komlan (de buur), die ook altijd zijn woordje komt plaatsen. Als klap op de vuurpijl :Sainte-Denise (alias “Choco-Choco”) die kwam kijken hoe het was met haar ‘beau-frère’, en die steeds boven iedereen uit schijnt te moeten ROEPEN. Heel die kliek, de hele dag vlak aan mijn slaapkamerraam. Er wordt gekookt, gelachen, gekibbeld, geroepen, gegeten, geruzied, …
Zaterdag was ik gelukkig opnieuw in orde.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten