zaterdag 22 september 2007

Marie-Louise uit Antwerpen

Eerst nog een foto van Deborah!

We zitten inmiddels al twee dagen terug in België. Met 's avonds een dikke wintertrui aan. De terugreis is opnieuw stresserend verlopen. Mijn Pauline heeft waarschijnlijk het record overgewicht aan bagage gebroken. Eén koffer alleen woog al 46 kilo. Wat het maximum aan bagage was per persoon, in twee valiezen. We zijn met 6 valiezen vertrokken, stuk voor stuk boven het toegestane gewicht. Plus elk nog een stuk handbagage (max. 12k.). Nonkel Gaffa heeft me vrijdagavond thuis opgebeld om te zeggen hoeveel medelijden hij had gehad met mij. Want de hele familie stond voor de ramen toe te kijken terwijl ik aan daar wanhopig het sukkelen was met die stapel valiezen, een djembé en nog een aantal plastieken tassen. Maar Pauline's netwerk werkte erg goed. Ik moet dringen laten weten aan Patrick Janssen (burgemeester Antwerpen) dat vrouwen wel degelijk kunnen 'netwerken'. Aan één incheckbalie zat nicht Ethel, aan de paspoortcontrole zat Tantie Pita (uit Agbandi) en er waren daar nog meer kennissen aan het werk. Zo hebben we tenslotte toch alles kunnen inchecken. Zonder bij te betalen. Wel baaddend in het zweet. De controle was heel erg streng. Cousin-advokaat Rustico Lawson had ons gewaarschuwd voor 'pakketjes' voor de familie in Europa. Niets aanvaarden om mee te nemen zonder eerst grondig te checken. Er worden namelijk af en toe drugs op die manier meegegeven aan nietsvermoedende reizigers. En als je hier tegen de lamp loopt, wordt je direct een tijd uit roulatie genomen, onschuldig of niet.


Onze chauffeur Leo was donderdag de hele dag aangeslagen en weende zelfs bij momenten. Het is nochtans een vrij harde jongen, die zelfs voor de GMIC's (zware terreinwagens) van het Togolees leger niet achteruitdeinsde, onderweg naar Agbandi. We hebben met hem een erg vriendschappelijke band, wat men ons nochtans sterk had afgeraden. Je mag met het 'personeel' geen nauwe banden smeden. Dat was niet onze overtuiging. Wij zijn van plan een Toyota Minibusje 'Liteace' te kopen en te verschepen. Die kan hij dan gebruiken als taxi. Wanneer wij er dan zullen zijn, wordt het tijdelijk onze eigen wagen. Want we zijn van plan nog terug te gaan. We hebben al plannen voor de verdere verbetering van het huisje: waterleiding en electriciteit wordt geïnstalleerd. We willen een 'paillotte' op het dak, dat is een soort overdekt terras. Het uitzicht op de Golf Van Benin is namelijk mooi, en de zeewind is lekker verkoelend.




























Ik heb me vanaf het eerste moment thuis gevoeld in Afrika. Geen moment heb ik me onveilig gevoeld (twee uitzonderingen : aan de grens met Ghana, en de vrees voor muskieten en drinkwater in Agbandi). Ik werd natuurlijk overal bekeken, vooral in ons dorpje Kpogan, maar ook in Lomé. Maar zodra je 'dag' zegt (Moni Nami 's morgens, Wule Nami 's middags en 's avonds - wat in Togo betekent vanaf 13 u - Fyani Nami) krijg je meteen de mooiste glimlach, steeds weer. Het mooiste compliment heb ik van Thierry's mama gekregen : 'men zegt dat de blanken 'compliqué' zijn, maar jij bent geen blanke, jij bent een zwarte'.
De laatste dag ben ik nog op een Vlaamse bar gestoten. Vermoedelijk de enige in lomé? Gladys, één van Pauline's beste vriendinnen toen die nog in Lomé woonde, kende een 'Bar Flamand'. In haar buurt, Baguida, gaat ze af en toe Vlaams eten. Het was dan nog gelegen langs de internationale weg Ghana-Togo-Benin. De weg die we elke dag minstens twee keer namen. Maar er is daar steeds zóveel te zien dat die bar telkens aan mijn oog ontsnapt is. De voorgevel is nog erg onopvallend, maar daar zou verandering in komen. Ik weet niet zeker meer of ze de gevel nu in het Belgisch of in het Vlaams zou laten schilderen. Iets in die aard in ieder geval. Marie-Louise, uit Antwerpen - waar anders ? - is vier jaar geleden naar Togo gekomen. Ze was weduwe geworden en heeft samen met haar zoon, Jan, besloten een nieuw leven te beginnen. Jan heeft inmiddels 2 kindjes met Hélène, uit Togo. Het etablissement heet Bar Resto "REMIX". Met 'specialité cuisine Flamande - Belge'. Op het menu o.a. stoverij met frieten. Ook een aantal Belgische bieren zoals Rodenbach! En er is een container met Belgisch bier op komst. Marie-Louise had natuurlijk ook een berg verhalen te vertellen. Zij kent en heeft af en toe malaria, maar vindt het niet erger dan een jaarlijkse griep bij ons. Ze is van plan om een tweede Bar Flamand te openen. Ze was al gaan zien in Atakpamé, maar vond Kpalimé interessanter. Wij zijn niet in Kpalimé geraakt. Het schijnt een mooie streek te zijn, bergachtig, met mooie watervallen (alleen niet in het droog seizoen). Ook Benin hebben we niet kunnen bezoeken. Tijdsgebrek en teveel verplichtingen. Ik schat dat we dagelijks minstens bij 6 à 7 mensen/families geweest zijn. Telkens dwars door Lomé, van oost naar west, van onder naar boven. Lomé is de hoofdstad van Togo, waar 50% van de bevolking leeft. Dat wil zeggen vermoedelijk een 2,5 miljoen inwoners in Lomé, de rest verspreid over Togo. En hier heb je geen flatgebouwen, zoals in Brussel of Parijs. Iedereen woont gelijkvloers. Wat maakt dat de stad een erg grote oppervlakte beslaat. Hoeveel kilometers we hebben afgelegd weet ik niet, maar het zijn er enorm veel. En in de straten van Lomé meestal aan een snelheid (traagheid) van 5 à 10 km/u. Ook daar raak je aan gewoon : na een tijd vonden wij dat Leo soms nogal hard reed, terwijl een blik op de snelheidsmeter amper 40-50 km/u aanduidde. De hoofdstraten van Lomé zijn meestal goed, maar zodra je één van de talloze zijstraatjes induikt, kom je op aardewegen terecht, met erg veel kuilen, bobbels en openliggende riolen. Onze laatste dag heeft het serieus geregend (zie foto). Zo waren we alvast wat voorbereid op de terugkeer naar huis. Nog over Marie-Louise: ze wilde liefst niet op de foto. Daar heb ik dan ook alle respect voor. Ook in de omgang met de Afrikanen heb ik steeds geprobeerd om discreet te blijven, en geen fotos te nemen of te filmen indien ik ook maar de minste aarzeling of verlegendheid zag. Soms voelde ik me een beetje voyeuristisch. Niet direct een leuk gevoel, vind ik.


















































Mijn vriend Joël vierde zijn 33ste verjaardag op 20 september, de dag van onze afreis. Hij had een verrassing voor me. Hij heeft in zijn kleine kraampje een heerlijke Tilapia én Karper voor ons gebakken. Toen we na dit heerlijke maal vertrokken, heeft hij nog een kleermaker laten komen, om voor mij een traditioneel pak te laten maken, en idem voor Pauline. Wanneer cousin Victor dit najaar zijn broer François gaat bezoeken, wordt dat dan meegegeven. Joël heeft plannen voor uitbreiding van zijn zaakje, en hoopt vurig dat ik zijn aandeelhouder wordt.


















Er was donderdag in het dorp een vaccinatie-actie tegen de gele koorts aan de gang. We hebben die campagne ook in Lomé enkele keren bezig gezien. Er komt heel veel volk op af. Het is dan ook erg belangrijk. Op de foto staat Justin, de zoon van onze buurman, met het bewijs van de vaccinatie in de handen. Het is me opgevallen dat de kinderen hier erg beleefd en vriendelijk zijn.















Zondag 16 september zijn er een enorm aantal auto's aangekomen in de haven (zie foto). Deze plaats ligt ook langs de weg naar ons huis, dus we konden het verloop goed gadeslaan. De plek wordt door Leo steeds 'la poubelle de l'Europe' genoemd - de vuilbak van Europa. Vanaf woensdag zagen we de eerste wagens vertrekken.
Bij onze aankomst te Tielt, 21 september om 11u13. We zijn in Kpogan vertrokken op donderdagavond om 18u.

maandag 17 september 2007

Agbandi, la capitale du monde

voor meer foto's : http://foto.telenet.be/2716504100


















Woensdag 12 september zijn we, met een paar uur vertraging, vertrokken naar Agbandi. Het is een rit van ongeveer 3u30. De weg is zeer goed, tot voorbij Atakpamé. Vanaf daar moet je de laatste 50 km uitkijken voor de diepe putten in het asfalt. Deze weg is ook de route die gevolgd wordt door de Malineërs en Burkinabezen die in de haven van Lomé hun wagens zijn komen afhalen. Hun rijstijl is nog gevaarlijker dan wat ik al gewoon ben. Voorbijsteken op een heuvelrug of in een bocht is geen probleem voor hen. Gelukkig is de weg ongelooflijk rechtheid, met weinig bochten. Enkele honderden kilometers op een kaarsrechte weg dwas door de brousse. In tegenstelling tot wat ik dacht is die brousse niet onbewoond! Om de zoveel kilometer heb je een dorp, dat leeft van de passanten. Het eerste dorp (vanaf Lomé) verkoopt 'rode olie', palmnotenolie, die vooral gebruikt wordt voor de Moambe. In het volgende dorp : brood. Daarna groenten : tomaten, afrikaanse aubergines, gombo, pepers. En allemaal voor prijzen die nog véél lager liggen dan in Lomé. Bij de terugrit wordent de wagens dan ook volgeladen. Het volgende dorp verkoopt fruit. Bergen ananas, avocados, pompelmoezen, enzovoort. Agbandi is dan weer de hoofdstad van de Igname. Dat is een grote aardkleurige wortel, die het hoofdbestanddeel is van de Togolese maaltijd. Ik eet hem het liefst als 'Koliko', dat is een Togolees soort grote friet. Liefst met pikante saus. Maar zij eten hem dagelijks als 'Fufu' (lees: foefoe). De wortel wordt eerst gekookt, zoals onze aardappelen. Daarna worden de gekookte stukken in de bekende vijzels door één tot vijf personen tot een pasta-achtige klomp gestampt.

De wereld is klein.
In dat ananasdorp ontstond er een conversatie tussen Pauline en een verkoopster:
- ik koop avocados en ananassen wanneer we terugrijden naar Lomé.
- dat heb je de vorige keer ook gezegd!
- dat kan niet, want ik kom net aan in Togo.
- vanwaar kom je dan?
- België
- ha, ik heb een zus die in België woont.
- waar?
- in Luik, ze heet Daté
- Daté, die nog een restaurant uitgebaat heeft?
- ja, ze heet ook Tina. Ik ben haar zus Isabelle.
- Tina heeft in Juli op ons trouwfeest Gaous gebakken!

Dat was zo een 150 km diep in het binnenland van Togo. We hebben bij het terugkomen een hoeveelheid fruit gekocht bij Isabelle. Ondertussen heeft Isabelle al een heleboel telefoontjes gepleegd met Pauline. Er wordt één dezer dagen een lading marchandise voor zus Tina bij Pauline's ouders bezorgd, die wij dan moeten proberen mee te nemen naar België.


Het was reeds donker toen we in Agbandi aankwamen. Pauline's moeder en Thierry's moeder waren ook meegereisd. Zo konden ze hun familie nog eens zien. De eerste indrukken waren voor mij een beetje bevreemdend. Geen electriciteit. Een wirwar van (stenen) huisjes. Tot we op een koertje kwamen waar de familie al uren zat te wachten. In het licht van twee minuscule petrollampjes. Wij hadden een oplaadbare toorts mee, waardoor we meteen héél erg opvielen. De huizen daar zijn niet zo goed beveiligd tegen de muskieten als het onze. Bij ons is het hele huis als het ware één muskietennet. Ik ben me daar onmiddellijk beginnen insmeren met DEET, het hachelijk avontuur van Cyril in gedachten. Hij had daar een combinatie van Palu (= malaria) en Turista opgelopen. Daarna begon ik me zorgen te maken over het toilet. Gelukkig was daar nog niet direct aanleiding toe. Gelukkig zag de volgende dag de wereld er al weer een stuk mooier uit, en was er in de buurt nog een huis van minister Florent, met een WC die mij beter lag.


's Anderendaags zijn we 100 km verder een nonkel gaan opzoeken. 100 km waarvan 30 km door de brousse. Dat betekent : aardewegen, en in het regenseizoen kunnen die nogal afzien. We hadden geluk, de toestand van de weg was betrekkelijk goed. We konden aan 20-25 km/u rijden (in Lomé dikwijls slechts aan 5 à 10 km/u). We hadden oorspronkelijk voorzien om ergens onderweg over te schakelen op vervoer per Zemidja (taxi-moto), maar dat was niet nodig. Hier had ik nochtans graag eens zo'n rit vanachter op de moto meegemaakt. In Lomé vind ik het te gevaarlijk, onder andere voor de knieschijven. Ik heb een aantal ongevallen gezien, meestal met Zemidja, die er niet erg gezond uitzagen. Maar het lijkt echt wel of de Zemidja zich Kamikaze wanen (onoverwinnelijke wind). Ze rijden gewoon de weg op zonder te kijken of er geen wagen of vrachtwagen aankomt. Verschietachtig!Oorspronkelijk hadden we slecht één overnachting in Agbandi gepland. François had namelijk verwacht dat ik er dan al ruim genoeg van zou gehad hebben. Maar ik wilde heel graag nog een dagje langer blijven. Vandaar die uitstap, die toch al gauw een 8 uur duurde, met dorpsvergadering én eten inbegrepen. De weg door de brousse was toch wel interressant. Overal, zij het nu in de brousse of langs de honderden kilometerslange internationale weg naar Burkina Faso, zie je mensen te voet, onderweg met marchandise op het hoofd. En als je dan de som maakt van de koopwaar die ze meesjouwen, heb je heel dikwijls de goesting om de hele handel meteen op te kopen, het kost ons misschien anderhalve euro. Voor hen betekent het een paar dagen zonder al te veel zorgen verder.




De jongste broer van François en Victor, Simon, heeft in zijn kinderjaren polio gehad. Een ziekte die hier nog steeds veel slachtoffers maakt. Zijn beide benen zijn misvormd. Hij verplaatst zich in zijn 'Mercedes Benz'. Hij heeft 3 kinderen, waarvan ik Antiya al ken, omdat zij bij de ouders van Pauline woont, in Lomé. Daar heeft ze meer kans op goed onderwijs en zou ze ook strenger opgevoed worden (al heb ik daar mijn twijfels bij).








Ik heb ondertussen ook al twee voodoo-sessies meegemaakt. De grote broer van Thomas heeft ons (om 6u 's morgens - en het is een uur rijden van bij ons) een ritueel verzorgd dat ons zou moeten helpen bij onze kinderwens. Wanneer dat lukt, moeten wij terugkomen met een geit en een bepaalde som. In het dorp Agbandi is ons ook een ritueel opgedragen, hoog op de heilige berg. Doel blijft hetzelfde, maar hier wordt er een koe geslacht bij welslagen. Het vlees wordt dan door de hele familie of in het tweede geval door iedere geinteresseerde van het dorp opgegeten. Ik heb al gezegd tegen Pauline dat niet al te veel rituelen meer moeten volgen of de hele veestapel van Togo is verorberd.
Togo is samen met Benin hét Voodoo-land. In de overzeese landen, zoals Haïti en de USA, zijn die gewoontes meegereisd met de slaven. In ons dorp Kpogan heb ik al verscheidene voodoo-plaatsen gezien. Of liever : Komi heeft mij er op gewezen, anders had ik waarschijnlijk niets gezien. Daar worden dan offers gebracht, om iets te vragen en te bekomen. Soms gaat dat met bloed (van dieren) gepaard, meestal met alcohol. Gebruikelijke offers bij die ritulen zijn : London Dry Gin, of dé traditionele specialiteit van West-Afrika : Sodabi, gedistilleerde palmwijn. Bij mijn weten is die nergens te koopin winkels, alleen direct bij de lokale bevolking, meestal gebotteld in oude Dry Gin-flessen of anders in plastieken bidons . Een andere specialiteit van Togo is de Tchoucoutou. Tchoucoutou wordt gemaakt van sorghum of 'mil' in het frans. Dat is een graangewas dat bij ons niet bekend is. De plant lijkt op maïs, de vruchten lijken op rode linzen. Tchoucoutou is een soort plaatselijk gebouwen bier. Ik heb dat al vaak geproefd. Het is een beetje zurig, niet zo straf. Het is heel erg traditioneel, en wordt in de typische open hutten gedronken. Die hutten zijn verrassend koel.

Zondag zijn we 's middags opnieuw uitgenodigd geweest bij vrienden van Pauline. Ik was opnieuw verkocht : zo een mooie kinderen. Reine, Bénédicte (foto), Jonathan.
Groeten,
Jean-Marie










dinsdag 11 september 2007

Trouwfeest in Lomé

voor meer foto's : http://foto.telenet.be/2716504100





Zondag 9 september vond het Togolees luik van ons huwelijk plaats. Op uitdrukkelijk verzoek van Papa Tossou zijn we eerst naar de Presbyteriaanse mis gegaan. Van 9u tot 11u30. Ik ben weer goed voor een tijd. Gelukkig waren de zangkoren (4) erg goed.


Daarna was er een tamelijk klassiek trouwfeest. Aperitief, Afrikaans eten, taart aansnijden. Het beste kwam daarna : het dansen. Het eerste deel (eten) was zittend (tussen de oudjes). Terwijl ik net wilde rondlopen en met de mensen (en vooral de ongelooflijk lieve kinderen) praten. Papa had ons met twee getuigen opgezadeld, die de hele tijd naast ons bleven zitten, en maar doorgingen over naar de mis gaan en mekaar beter leren kennen en zo. Zo van die echte. Het tweede deel (dansen) voelde ik me veel beter. Mijn jaren met de Kilimanjaro Band hebben me enkele dansjes opgeleverd, waarmee ik hier nogal succes had bij de Ame Ibo. Trouwens, ik ben hier een beetje een BV: er draait hier nog dagelijks minstens 1 keer een clip op 2 Togolese tv-kanalen, van Charles Kassé (Charlemagne - drummer van de Kilimanjaro Band), waarin ik gitaar speel en Pauline danst, gefilmd aan de Korenmarkt in Gent
Veel royalties zal dat niet opleveren. De CD's worden hier verkocht aan 500 fcfa, 0,75 euro. Allemaal piraterij. Ik heb hier nog geen enkele legale CD of DVD gezien. Wel de hele Prison Break seizoen 1 te koop voor 2000 fcfa, 3 euro.


Zaterdag is Pauline eventjes naar de kapster geweest. Ze is vertrokken om 13u en om 21 u al terug thuis (zie foto). Gelukkig vervelen wij, mijn twee kompanen Komi en Leo en ik, ons niet te gauw. Er zijn hier genoeg buvettes waar je heerlijk frisse pinten van 0,65L kunt drinken. Flag uit Ivoorkust, Guinness (vooral de vrouwen drinken hier Guinness), BB Pils en BB Lager uit Lomé. De temperatuur is trouwens erg gestegen sedert we hier aangekomen zijn. Ik schat dat het nu nooit minder is dan 28-30° is overdag. Ik ben zaterdag ook naar de Afrikaanse kapper geweest. Met een echt gilette-scheermesje in een echt zelfgemaakte scheermeshouder. Clean shave. Alles glad af. En achteraf even de huid opfrissen met pure Eau de Javel. Het prikt net als echte, dure aftershave. De geur is verrassend. Maar niet lekker.




Morgen (woensdag 12 september) gaan we het binnenland in, naar Agbandi, met overnachting ter plaatse. Bijna de hele familie komt daar vandaan. De jongste broer van François houdt daar het oer-ouderlijk huis van de familie in ere. Pauline is nu inkopen gaan doen, want er wordt verwacht dat we met volle handen aankomen. De rit zal ongeveer 4 uur duren. Het is niet zonder risico. Een vorige keer is Cyril (zoon van François, woont te Parijs) met spoed opgenomen geweest, geveld door een zéér hevige turista. 7 dagen aan het infuus in het hospitaal. Dus vooral opletten met het water. Zoals altijd, maar het is natuurlijk erg moeilijk om geen druppel water in je mond te krijgen terwijl je je doucht. Tanden poetsen moet altijd met mineraalwater. Ook mogen we de anti-muggen-crème niet vergeten. In de buurt van ons huisje is het redelijk veilig, want er is altijd een verkoelende zeewind (zie foto - de zee vanaf ons dak). Maar in Lomé is het vanaf 18u niet meer veilig. En de avond valt hier echt als een steen. Om 18u is het pikdonker. Een heel raar gevoel, voor ons. En om 6u 's morgens is het klaarlichte dag. Je kan er bijna je horloge op gelijkzetten.


Gisteren is er nog een nichtje ons komen opzoeken in het huis/erf van Pauline's ouders. Ze werkt als 'intern' bij een familie. Dat betekent zoiets als huismeid. Wat hier betekent van 6 u 's morgens (water halen, indien er geen leidingwater is) tot bedtijd ... Het loon: 10.000 francs cfa per maand, ofwel 15 euro. Kost en inwoon gelukkig inbegrepen. Het loon van een chauffeur, die ik vandaag ontmoette, in dienst van de Chinezen (die hier zeer aanwezig, bijna alle motorfietsen zijn Chinees, wc-papier, ...) : 25.000 f cfa/maand. Reken zelf maar uit. Het eten is hier wel spotgoedkoop. 's Morgens komt er elke dag een meisje langs met het Togolees ontbijt 'Kom'. Kom is een gefermenteerde bol maïspasta en wordt gegeten met vis(jes) en al of niet pikante saus. De 'Kom' kost 25 f cfa (ong. 3 eurocent), een portie vis eveneens, en de saus is gratis. En daarmee heb je al flink gegeten.

Groetjes




vrijdag 7 september 2007

Ornella en Orphella

Ornella en Orphella





Deze week zijn we bij talloze familieleden, vrienden en vriendinnen van Pauline geweest. Bij cousine Pisi heb ik deze onweerstaanbare tweeling mogen fotograferen. Ze hebben me echter als tegenprestatie laten voorlezen van 'Le Chat Botté' en 'Petit Pouce'.







***
Vrijdag 7 september 2007


Eindelijk terug wat tijd gevonden om de blog bij te werken.

Er is héél wat gepalaverd en gediscussiëerd omtrent het (voor mij louter symbolisch) trouwfeest van zondag aanstaande. Papa Pauline wil de zaken nogal groots aanpakken, en wij helemaal niet. Het is nogal een stijfkop. En Pauline laat zich ook niet gauw doen. Er zal nogal veel volk zijn, hoor ik. Eerst een presbyteriaanse mis (hoor ik daar iemand lachen? pas op hé). Dan foto's en na de middag eten en dansen.

Bij onze aankomst op de luchthaven, vorige week, had papa Fidelius tot onze vezrrassing voor een cameraploeg gezorgd. Terwijl op hetzelfde vliegtuig de nationale voetbalploeg zaten (weliswaar de cadetten, min 17 jaar), die deelgenomen hadden aan de CAN2007. Zij hadden geen cameraploeg, wij wel. Dat was een surprise. De echte surprise kwam toen ik de rekening mocht betalen.

Ze zijn in Togo heel erg voetbalgek, en het CAN2007 - kampioenschap voor min 17-jarigen wordt hier overal gevolgd, met heel veel commentaar en kabaal. Zondag speelt Nigeria de finale tegen Spanje. Dat is nu al hét gespreksonderwerp nummer één.


In ons dorp staan veel bordjes waarop 'Mamissi' en dan een naam. Dat zijn een soort féticheurs of 'tovenaars'. De naam betekent 'Mère de la Mer', en komt letterlijk van het Engels 'Mammy (of the) Sea'. Een gelijkaardig woord is : Mamiwatta, het woord in Mina voor zeemeermin, 'Mammy (of the) Water'.
Zo is de standaardgroet : 'O Foan', normaal beantwoord met : 'Mfon' eveneens afkomstig van het Engels : (Are) You Fine? - I'm fine. 's Morgens groet je met 'Moni Nami'. Moni komt ook van 'Morning'.


Gisteren zijn we even op bezoek geweest bij cousin Prosper. Gepensioneerd Consul voor Togo in Luxemburg. Met andere woorden : WAT EEN VILLA. Jammer genoeg mochten we er niet filmen of fotograferen. Maar het kon waarschijnlijk vergeleken worden met de allerrijksten uit onze contreien. Hij komt zondag ook naar het trouwfeest. Hopelijk brengt hij een evenredige cadeau mee.



's Namiddags zijn we de bouwwerf van François gaan bekijken. Enkele kilometers de brousse in. De rit was bij momenten spannend. Gaat hij nu echt door of langs die plas geraken? Maar Leo is een uitstekend chaufeur en bij momenten erg amusant. Zijn radar staat steeds gericht op de talloze mooie togolese meisjes, en dan horen we steevast 'FARO FARO'. Het schijnt een Ivoriaans liedje te zijn. Moet ik eens opzoeken.




Vandaag zijn we even gaan uitblazen aan zee. Bij ons zou er bij dit weer geen doorkomen aan zijn, maar hier zie je hoogstens wat kinderen spelen in het zand. De kust mag er trouwens best zijn.

We hebben ook de vismarkt bezocht. Daar mochten we wel fotograferen en filmen. Er was één knorpot die het niet wou, maar die werd onmiddellijk gecounterd door een tiental togolezen. De vismarkt had, zoals veel hier, een geweldige atmosfeer. De vis komt rechtstreeks uit de toch tamelijk gammele vissersboten op de kade terecht.


Daarna hebben we de kust gevolgd tot aan de grens met Ghana. Was me dat daar een drukte. Het schijnt een erg gevaarlijke plaats te zijn. We zijn dan ook niet uitgestapt.



Groetjes.











































maandag 3 september 2007

Mama Togo

Mama Thierry,













Zondag 2 september zijn we met de hele hofhouding (*) op bezoek geweest bij de mama van Thierry. Thierry en Hanna (Ivoorkust/België) gaan in oktober trouwen. Ik ben zijn getuige.


Zijn mama woont in haar eigen woonerf, en verhuurt daar een tiental huisjes. Zijzelf woont aan het eind van het erf, en heeft zo toezicht op heel het gebeuren.


We zijn daar zoals overal hier in Togo zeer goed ontvangen. Mama had Moambe klaargemaakt (Congolese schotel op basis van palmnotenolie). Grand Frère is on komen dag zeggen. Hier is Grand Frère of Grande Soeur niet zomaar een manier om de tijdslijn weer te geven. Zij hebben altijd het laatste woord.




Mama Thomas



Daarna zijn we op bezoek geweest bij de mama van Thomas. Thomas is getrouwd met Michèle, uit Brugge. Zij hebben een kindje, Leo, van 6 maand. Voor Michèle is het ook het eerste bezoek aan Togo, zoals voor mij. Thomas' mama is erg oud. En ze verlangt zo naar haar zoon. Het was net als in het liedje van Willem Vermandere '40 jaar'. Hopelijk loopt het beter af. Ik was weeral heel erg ontroerd. Dat begrijpen ze hier niet goed. Sentimentaliteit kennen ze niet. Toen Pauline zei dat Thomas binnenkort komt, geloofde ze het niet. 'Jullie liegen!'





Ze mist hem al zo lang.





Daarna zijn we bij Gérard enFranky gaan eten. Van het ene uiterste in het andere : Gérard is de fotograaf van de president(en) en gaat dan ook mee op staatsbezoek en zo. Hij heeft nog in België gestudeerd en kan enorm goed babbelen.
Daar is terzelfdertijd ook Pauline's kleermaker de maat komen nemen voor een nieuw kleed. Ook een oude vriend: Falla.







's Morgens ga ik met Komi om brood in ons dorp. Daar is er een bar, ik noem het Chez Joël, le Beninois. Zoals zovelen droomt hij er van naar Europa te komen. Voorlopig trekt hij zijn plan in zijn 'bar'. Eén koffie kost er 100 FCFA (franc CFA). 1.000 FCFA is ongeveer 1,5 euro.


Het is er zeer gezellig. En de mensen komen graag een praatje slaan. En als ze horen dat ik enkele zinnetjes in het Mina spreek, dan is het ambiance.

(*)Mijn hofhouding bestaat uit:
Dona Komi, cousin. Grand Baba François heeft hem opgedragen voor ons te zorgen tot we weggaan.
Niece Sela, of Rose Mary, uit Ghana. Is bij ons toegekomen op woensdag 29 augustus. En is er nog altijd.
Leo Kossi, de chauffeur en bodyguard.
We zijn dus overal en altijd met vijf op pad. Het went. En het heeft zeker ook voordelen.

Een woordje uitleg bij de namen in Togo.
De meeste mensen hebben een doopnaam, zoals Pauline. Daanaast hebben ze, sedert de president het voorbeeld van Congo/Zaïre volgde een afrikaanse naam. Pauline is dan Mawumenyo geworden. Mawu = god, enyo = het is goed (in/met).
Maar daarnaast heeft iedereen nog een voornaam : de dag van de geboorte.

Maandag = Kodjo, voor de jongens, en Adjo of Adjoa, voor de meisjes
Dinsdag = Komlan (jongens) en Abla (meisjes)
Woensdag = Kokou en Akou of Akoua
Donderdag = Jao en Jawa (bvb mijn nichtje Antiya Jawa)
Vrijdag = Koffi en Affi
Zaterdag = Komi en Ami of Amivi of Koami
Zondag = Kossi en Kossiwa

Indien er al twee jongens zijn en er komt er een derde bij, dan heet die altijd : Mensah. Voor de meisjes idem, maar dan wordt het Mansah.

Idem voor het vierde (op voorwaarde dat alle voorgangers van hetzelfde geslacht zijn) : Anani en Mana (meisjes). Bijvoorbeeld : Koffi Anan is geboren op een vrijdag en was de vierde zoon in rij.

Tot later,

Jean-Marie Kossi












































zaterdag 1 september 2007

Deborah


Vandaag zijn we dus wel degelijk in het regenseizoen beland.

Het is wel nog niet koud, maar alle mooie kleuren vervagen en vervuilen toch wat.



Het dochtertje van Jonathan, Pauline's broer die 2 jaar geleden overleden is, heeft mijn hart gestolen : Deborah. Ik zou ze zo meenemen in mijn valies.
Zoveel kinderen zijn hier zo mooi. Het is soms - meestal - hartverscheurend te zien hoe ze hier moeten leven. De armoede is schrijnend. Ook bij Pauline's ouders en familieleden op het woonerf. En ze verwachten natuurlijk heel veel van ons.

Met veel zweet en tranen probeer ik fotos te uploaden, maar het is niet makkelijk.
Momenteel zit Pauline bij de kapster(s), allemaal ex-collega's, ze zullen daar nog wel wat verder babbelen.

Er zijn ook al heel wat heftige discussies en palavers geweest. Ik begrijp er niet veel van, maar het gaat er soms heel heftig aan toe. De neefjes en nichtjes leren mij graag hun taal : Mina, of ook Ewe genoemd. ALs ze me YOVO toeroepen, antwoord ik met AMEIBO. BLanke - zwarte !!! Maar ik ken toch al wat zinnetjes, en kan ze daar mee enorm aan het lachen brengen.

We krijgen ook heel wat bezoek in osn dorp, Kpogan. Ik ben vandaag meegegaan met Dona om brood. Dat is zo wat verder van de hoofdweg naar Benin af, dieper het dorp in. Authentieker kan niet, armoediger wellicht ook niet. Het doet je heel wat. Alleen al er terug aan denken maakt me opnieuw emotioneel. Ik heb hier heel veel bekijks. Ik heb al een 'eigen' fruitwinkel, vlakbij ons huisje. Verse appelsienen, ananas, mandarijntjes, enzovoort. Voor enkele centiemen (euro-).

Ik lijk er eindelijk in te slagen de eerste foto's door te sturen. Ik heb ze eerst moeten comprimeren. Het duurde eerst te lang om ze door het togonet ge'chast' te krijgen.
Er staan foto's op dit adres : http://foto.telenet.be/2716504100