meer foto's: http://foto.telenet.be/2716504100
We zitten inmiddels al twee dagen terug in België. Met 's avonds een dikke wintertrui aan. De terugreis is opnieuw stresserend verlopen. Mijn Pauline heeft waarschijnlijk het record overgewicht aan bagage gebroken. Eén koffer alleen woog al 46 kilo. Wat het maximum aan bagage was per persoon, in twee valiezen. We zijn met 6 valiezen vertrokken, stuk voor stuk boven het toegestane gewicht. Plus elk nog een stuk handbagage (max. 12k.). Nonkel Gaffa heeft me vrijdagavond thuis opgebeld om te zeggen hoeveel medelijden hij had gehad met mij. Want de hele familie stond voor de ramen toe te kijken terwijl ik aan daar wanhopig het sukkelen was met die stapel valiezen, een djembé en nog een aantal plastieken tassen. Maar Pauline's netwerk werkte erg goed. Ik moet dringen laten weten aan Patrick Janssen (burgemeester Antwerpen) dat vrouwen wel degelijk kunnen 'netwerken'. Aan één incheckbalie zat nicht Ethel, aan de paspoortcontrole zat Tantie Pita (uit Agbandi) en er waren daar nog meer kennissen aan het werk. Zo hebben we tenslotte toch alles kunnen inchecken. Zonder bij te betalen. Wel baaddend in het zweet. De controle was heel erg streng. Cousin-advokaat Rustico Lawson had ons gewaarschuwd voor 'pakketjes' voor de familie in Europa. Niets aanvaarden om mee te nemen zonder eerst grondig te checken. Er worden namelijk af en toe drugs op die manier meegegeven aan nietsvermoedende reizigers. En als je hier tegen de lamp loopt, wordt je direct een tijd uit roulatie genomen, onschuldig of niet.
Onze chauffeur Leo was donderdag de hele dag aangeslagen en weende zelfs bij momenten. Het is nochtans een vrij harde jongen, die zelfs voor de GMIC's (zware terreinwagens) van het Togolees leger niet achteruitdeinsde, onderweg naar Agbandi. We hebben met hem een erg vriendschappelijke band, wat men ons nochtans sterk had afgeraden. Je mag met het 'personeel' geen nauwe banden smeden. Dat was niet onze overtuiging. Wij zijn van plan een Toyota Minibusje 'Liteace' te kopen en te verschepen. Die kan hij dan gebruiken als taxi. Wanneer wij er dan zullen zijn, wordt het tijdelijk onze eigen wagen. Want we zijn van plan nog terug te gaan. We hebben al plannen voor de verdere verbetering van het huisje: waterleiding en electriciteit wordt geïnstalleerd. We willen een 'paillotte' op het dak, dat is een soort overdekt terras. Het uitzicht op de Golf Van Benin is namelijk mooi, en de zeewind is lekker verkoelend.
Ik heb me vanaf het eerste moment thuis gevoeld in Afrika. Geen moment heb ik me onveilig gevoeld (twee uitzonderingen : aan de grens met Ghana, en de vrees voor muskieten en drinkwater in Agbandi). Ik werd natuurlijk overal bekeken, vooral in ons dorpje Kpogan, maar ook in Lomé. Maar zodra je 'dag' zegt (Moni Nami 's morgens, Wule Nami 's middags en 's avonds - wat in Togo betekent vanaf 13 u - Fyani Nami) krijg je meteen de mooiste glimlach, steeds weer. Het mooiste compliment heb ik van Thierry's mama gekregen : 'men zegt dat de blanken 'compliqué' zijn, maar jij bent geen blanke, jij bent een zwarte'.
De laatste dag ben ik nog op een Vlaamse bar gestoten. Vermoedelijk de enige in lomé? Gladys, één van Pauline's beste vriendinnen toen die nog in Lomé woonde, kende een 'Bar Flamand'. In haar buurt, Baguida, gaat ze af en toe Vlaams eten. Het was dan nog gelegen langs de internationale weg Ghana-Togo-Benin. De weg die we elke dag minstens twee keer namen. Maar er is daar steeds zóveel te zien dat die bar telkens aan mijn oog ontsnapt is. De voorgevel is nog erg onopvallend, maar daar zou verandering in komen. Ik weet niet zeker meer of ze de gevel nu in het Belgisch of in het Vlaams zou laten schilderen. Iets in die aard in ieder geval. Marie-Louise, uit Antwerpen - waar anders ? - is vier jaar geleden naar Togo gekomen. Ze was weduwe geworden en heeft samen met haar zoon, Jan, besloten een nieuw leven te beginnen. Jan heeft inmiddels 2 kindjes met Hélène, uit Togo. Het etablissement heet Bar Resto "REMIX". Met 'specialité cuisine Flamande - Belge'. Op het menu o.a. stoverij met frieten. Ook een aantal Belgische bieren zoals Rodenbach! En er is een container met Belgisch bier op komst. Marie-Louise had natuurlijk ook een berg verhalen te vertellen. Zij kent en heeft af en toe malaria, maar vindt het niet erger dan een jaarlijkse griep bij ons. Ze is van plan om een tweede Bar Flamand te openen. Ze was al gaan zien in Atakpamé, maar vond Kpalimé interessanter. Wij zijn niet in Kpalimé geraakt. Het schijnt een mooie streek te zijn, bergachtig, met mooie watervallen (alleen niet in het droog seizoen). Ook Benin hebben we niet kunnen bezoeken. Tijdsgebrek en teveel verplichtingen. Ik schat dat we dagelijks minstens bij 6 à 7 mensen/families geweest zijn. Telkens dwars door Lomé, van oost naar west, van onder naar boven. Lomé is de hoofdstad van Togo, waar 50% van de bevolking leeft. Dat wil zeggen vermoedelijk een 2,5 miljoen inwoners in Lomé, de rest verspreid over Togo. En hier heb je geen flatgebouwen, zoals in Brussel of Parijs. Iedereen woont gelijkvloers. Wat maakt dat de stad een erg grote oppervlakte beslaat. Hoeveel kilometers we hebben afgelegd weet ik niet, maar het zijn er enorm veel. En in de straten van Lomé meestal aan een snelheid (traagheid) van 5 à 10 km/u. Ook daar raak je aan gewoon : na een tijd vonden wij dat Leo soms nogal hard reed, terwijl een blik op de snelheidsmeter amper 40-50 km/u aanduidde. De hoofdstraten van Lomé zijn meestal goed, maar zodra je één van de talloze zijstraatjes induikt, kom je op aardewegen terecht, met erg veel kuilen, bobbels en openliggende riolen. Onze laatste dag heeft het serieus geregend (zie foto). Zo waren we alvast wat voorbereid op de terugkeer naar huis. Nog over Marie-Louise: ze wilde liefst niet op de foto. Daar heb ik dan ook alle respect voor. Ook in de omgang met de Afrikanen heb ik steeds geprobeerd om discreet te blijven, en geen fotos te nemen of te filmen indien ik ook maar de minste aarzeling of verlegendheid zag. Soms voelde ik me een beetje voyeuristisch. Niet direct een leuk gevoel, vind ik.
Mijn vriend Joël vierde zijn 33ste verjaardag op 20 september, de dag van onze afreis. Hij had een verrassing voor me. Hij heeft in zijn kleine kraampje een heerlijke Tilapia én Karper voor ons gebakken. Toen we na dit heerlijke maal vertrokken, heeft hij nog een kleermaker laten komen, om voor mij een traditioneel pak te laten maken, en idem voor Pauline. Wanneer cousin Victor dit najaar zijn broer François gaat bezoeken, wordt dat dan meegegeven. Joël heeft plannen voor uitbreiding van zijn zaakje, en hoopt vurig dat ik zijn aandeelhouder wordt.
Er was donderdag in het dorp een vaccinatie-actie tegen de gele koorts aan de gang. We hebben die campagne ook in Lomé enkele keren bezig gezien. Er komt heel veel volk op af. Het is dan ook erg belangrijk. Op de foto staat Justin, de zoon van onze buurman, met het bewijs van de vaccinatie in de handen. Het is me opgevallen dat de kinderen hier erg beleefd en vriendelijk zijn.
Zondag 16 september zijn er een enorm aantal auto's aangekomen in de haven (zie foto). Deze plaats ligt ook langs de weg naar ons huis, dus we konden het verloop goed gadeslaan. De plek wordt door Leo steeds 'la poubelle de l'Europe' genoemd - de vuilbak van Europa. Vanaf woensdag zagen we de eerste wagens vertrekken.